Tijdens je opleiding loop je vaak één of twee keer stage. Er zijn verschillende soorten stages, zoals de snuffelstage, de meeloopstage en de afstudeerstage. Daarnaast zijn er nog andere soorten stages, zoals de observatiestage, werkend leren en buitenlandse stage. Het is afhankelijk van je opleiding welk soort stage je moet lopen.
Tijdens een stage breng je de theorie die je op school hebt opgedaan in de praktijk. Gedurende je opleiding zul je één of twee keer verplicht stage moeten lopen. Je opleiding bepaalt welke stages verplicht zijn. We onderscheiden de volgende soorten stages:
De snuffelstage is gericht op het kennismaken met bepaalde beroepswerkzaamheden. Deze stage is bedoeld om kennis te maken met het werken in de praktijk. Je maakt kennis met de stageplek en het vak waarin je na je studie misschien terechtkomt. Snuffelstages komen voor in het eerste jaar van het MBO of HBO. Een snuffelstage duurt gemiddeld tussen de twee en negen weken. Een snuffelstage heet ook wel oriëntatiestage.
Tijdens een meeloopstage voer je onder begeleiding beroepsspecifieke taken uit. Je leert er om je theoretische kennis in de praktijk te gebruiken. Deze stage moet aansluiten bij je huidige opleiding en duurt vaak een blok of trimester. Deze vorm van stage komt voor op zowel het MBO, HBO als het WO. Deze stage loop je vaak in het tweede of derde jaar. De meeloopstage wordt ook wel participatie- of ervaringsstage genoemd.
Het laatste jaar van je HBO of WO studie loop je een afstudeerstage. Er zijn twee soort afstudeerstages: afstudeeropdracht en afstudeeronderzoek. De afstudeeropdracht kenmerkt zich vooral door een praktijkgerichte opdracht van een bedrijf of organisatie. Dit komt vaak voor bij HBO-opleidingen. Bij een afstudeeronderzoek voer je een onderzoeksopdracht uit, die je in samen formuleert met het stagebedrijf. Naar aanleiding van het onderzoek schrijf je een scriptie onder begeleiding van je stagebegeleider op school. De stageperiode varieert van zes weken tot een jaar.
Tijdens een observatiestage volg je op een passieve manier de praktijk. Je hoeft zelf niet deel te nemen, maar observeert alleen. Deze stage vindt plaats aan het begin van de opleiding. Bij lang niet alle opleidingen volg je een observatiestage. Vooral eerstejaars maatschappelijk werkers en beginnende leerkrachten volgen deze stage.
Tijdens het MBO moet je verplicht stage lopen in het bedrijfsleven. Soms wordt deze stage gecombineerd met een baan in het bedrijf. Maakt de stage meer dan 60% deel uit van de opleiding, dan is er sprake van de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL). Wordt er een kleiner deel gebruikt voor de stage, dan heet het de Beroepsopleidende Leerweg (BOL).
Wanneer je stage moet lopen, kun je er ook voor kiezen om in het buitenland stage te lopen. Een buitenlandse stage biedt je de gelegenheid om je horizon te verbreden. Zo leer je een andere taal en maak je kennis met een andere cultuur.